Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Achab had gezegd tot Obadja: Trek door het land, tot alle waterfonteinen en tot alle rivieren; misschien zullen wij [9]gras vinden, opdat wij de paarden en de muilezelen in het leven behouden, en [10]niets uitroeien van de beesten. 9. Het Hebreeuwse woord betekent allerlei kruid, hetwelk den beesten tot voeder dient, groeiende in onbebouwde plaatsen, en dat met de zeisen afgemaaid en onder het hooi gerekend wordt. Vergelijk Job 8:12, en Job 40:10; Ps.104:14, en Ps.129:6, en Ps.147:8. 10. Te weten, mits die door onachtzaamheid van voeder onverzorgd te laten.